Heeeey jongens!! Ik ben inmiddels alweer aan een nieuw boek begonnen en daar wil ik jullie ook weer graag een stukje van laten lezen:
Hoi, ik ben Emily. Ik ben vijftien en ik zit in de 3e klas van het Gymnasium. Gewoon een doorsnee puber met doodnormale puberproblemen. Dit boek gaat over mij, hoe ik de middelbare school overleef, of tenminste probeer te overleven. In mijn gedachten zie ik een heleboel mensen dit boek meteen wegleggen en dat snap ik helemaal. Niemand wil een boek lezen over een nerd uit de 3e klas met problemen. Daarom begin ik ook niet bij het begin, toen was mijn leven nog saai. Ik begin op een woensdag, de woensdag waarop mijn leven veranderde. Ik ga jullie alles tot in de details vertellen. Het is vandaag woensdag en ik ben gisteren uitgegleden over zeep en op m’n hoofd gevallen. Ik kan me niet meer herinneren wat er daarvoor gebeurd is. Toen ik wakker werd lag ik in een ambulance en miste ik een stuk van m’n voortand. Gelukkig konden ze mijn tand repareren en had ik geen blijvende hersenschade. Ik ben net wakker geworden en ik ben me nu aan het klaarmaken voor school. Ik ben dan wel op m’n hoofd gevallen, maar naar school gaan kan ik nog steeds. Na het ontbijten (het was meer een beetje sabbelen op een broodje, want mijn tand doet nog steeds pijn) spring ik op m’n fiets en rijd de frisse ochtendlucht tegemoet. De koele lucht brandt in m’n longen. Haastig race ik de straat uit, want ik ben al een beetje laat. Ik heb zoals altijd afgesproken met Tara en Nina, twee vriendinnen uit de 2e klas. Ik zou natuurlijk ook met de andere tweedeklassers uit mijn dorp kunnen fietsen, maar die hebben een soort van een hekel aan mij. Ze zeggen dat ik raar ben en daar moet ik ze gelijk geven. Ik ben een apart geval, dus vandaar. Als ik bij de brug ben aangekomen rijden Tara en Nina mij tegemoet. “Waar bleef je nou, we dachten al dat je niet meer zou komen!” “Ja, ja, sorry, maar ik ben er nu toch?” hijg ik. Met z’n drieën rijden we verder. Na een kilometer of drie, moeten we afremmen door een slome groep met jongens die het hele fietspad in beslag nemen. Ongeduldig bel ik een paar keer met mijn fietsbel. De jongens doen alsof ze mij niet gehoord hebben en blijven ongestoord verder praten. “He, jullie daar, sukkels, fiets eens door!” roept Tara. De jongens kijken om. Ik herken ze niet, dus ze komen waarschijnlijk van de VMBO-school in de buurt. “Grote mond, kleintje?” roept een grote jongen. “Wat doen drie lekkere meiden als jullie hier nou?” vraagt eentje met lang haar. “Uuh.. even denken hoor, wat doen wij hier op het fietspad een half uur voordat school begint? Ik weet het niet hoor, misschien uh… naar school fietsen? Het is maar een idee hoor…” zeg ik sarcastisch. “Nou nou, deze hier heeft ook nog een grote bek!” zegt een jongen met bruin haar. Hij stapt van zijn fiets en komt recht op mij afgelopen en stopt recht voor mijn neus. Hij staat nu zo dichtbij dat ik zijn adem in mijn gezicht kan voelen. “Is er iets?” vraag ik stoer. Ik ben niet echt bang voor hem, hij is minstens 3 cm kleiner dan ik, ik ben best groot voor mijn leeftijd. “Dat wilde ik jou net vragen.” zegt hij. “Maar dat deed je niet.” zeg ik. De groep jongens achter hem joelen. “Kom Em, dit heeft geen zin.” zegt Nina. Met nog een laatste blik op de jongens steken Nina, Tara en ik de weg over en lopen met een grote boog om hun heen en gaan daarna weer op het fietspad. Daarna springen we weer op onze fietsen en rijden we verder totdat we op school zijn. Daar neem ik afscheid van Nina en Tara en loop naar de fietsenstalling voor de 2e klassers. Als ik mijn fiets op slot heb gezet, rijdt Lucas het fietsenhok binnen. Mijn hart staat even stil. “Goeiemorgen!” zegt hij. “Goeiemorgen.” zeg ik verlegen. Hij glimlacht en zijn blauwe ogen ontmoeten de mijne. Ik glimlach terug. “Heey, daar hebben we mijn bestie!” Amber komt het fietsenhok binnen gefietst, gevolgd door mijn andere goede vriendin Simone. Verstoord kijk ik Amber aan. Amber ziet Lucas en (als mijn beste vriendin) snapt meteen wat er aan de hand is. “Oh, we komen ongelegen…” fluistert ze in Simone ’s oor. Net hard genoeg dat ik het kan horen, maar dat Lucas geen idee heeft wat ze zeiden. Dat is dan ook de reden van zijn vragende blik in mijn richting. Ik doe alsof ik het ook niet gehoord heb en haal mijn schouders op. Amber en Simone hebben intussen hun fietsen geparkeerd en lopen het fietsenhok uit met een laatste knipoog in mijn richting. Lucas en ik blijven alleen achter en ik kijk hem verlegen aan. Hij bloost een beetje en kijkt mij ook aan. “Zullen wij dan ook maar gaan?” vraag ik. We kijken elkaar nog steeds aan en blijven zeker 5 seconden zo staan. “Uuh, ja, wat zouden we dan anders doen…?” zegt hij onzeker. Samen lopen we naar de deur van de school en zoeken een lege tafel in de aula. Amber en Simone schuiven ook aan. Als Ivan en Koen ons zien komen zij er ook bij zitten, dat zijn de beste vrienden van Lucas én Koen is het vriendje van Simone. “ Daar is ons favo stelletje!” roept Ivan. “Ach, hou toch je kop!” zegt Lucas half geïrriteerd, half blozend. Hij pakt zijn gymtas en gooit die in de richting van Ivans hoofd, maar hij mist en Koen krijgt de tas recht in zijn gezicht. “Hé, wat heb ik gedaan?” vraagt Koen verbaasd. “Jij bent medeplichtig.” lach ik. We moeten allemaal lachen. Dan gaat de bel, we staan allemaal op en ik hijs m’n tas op m’n rug. “Welk vak hebben we?” vraagt Simone. “Engels. “ roept de hele groep in koor. “Serieus Simone, leer het uit je hoofd!” lacht Koen. Engels is een van de leukste vakken, niet alleen omdat ik er goed in ben, maar ook omdat dat een van de enige vakken is waar we zelf onze plekken mogen kiezen. Dus zit ik naast Amber. Omdat we er zo goed in zijn, is het niet erg als we af en toe (de hele tijd) iets missen van de les, dus kunnen we veel kletsen. Als iedereen eindelijk in het klaslokaal zit en (tijdelijk) over hun favoriete voetballer/ knappe jongens heeft gestaakt, begint mevrouw van de Bosch met haar uitleg; De present simple en de present continues. (En beginnen Amber en ik ons gesprek…) “Denk je dat hij je vandaag eindelijk gaat vragen?” vraagt Amber. “Ach, doe toch niet zo gek, je weet niet eens of hij mij wel leuk vindt.” “Tuurlijk wel, zie je hem niet staren?” Ik draai me om en kijk naar de andere kant van de klas. Ik zie Lucas, hij ziet mij, onze blikken kruisen elkaar. Had Amber gelijk? Zat hij echt naar mij te staren? “Ik zei het je toch! Hij kan z’n ogen niet van je afhouden!” Ik kijk Amber glimlachend aan. “Gek kind.” “Wie noem je hier nou gek? Zonder mij zouden jullie er nooit achter komen dat jullie elkaar f*king leuk vinden!” “Nou, ik weet het niet hoor Amb…” “Em, luister naar me, we doen het vandaag.” “Wat doen we vandaag?” vraag ik verbaasd. Amber kijkt mij geïrriteerd aan. “Moet ik het nou nog een keer vertellen?! Het is mooi weer vandaag, de perfecte dag om met z’n zessen een ijsje te gaan halen. Als we daar zijn, dan leiden Simone en ik Ivan en Koen af, zodat jullie alleen kunnen zijn. En geloof me, Lucas is slim, hij zou zo’n kans echt niet voorbij laten gaan om jou te vragen. De zon schijnt, een ijsje, jullie zijn alleen…” Ik twijfel, Amber heeft zo vaak geprobeerd om ons te koppelen, zonder succes. Maar het klinkt als een goed plan en ik vind Lucas echt leuk. En zeg nou eerlijk, wat kan hier nou mis gaan? “Oké, ik doe mee.” zeg ik. “Yes! Dit keer gaat het lukken schat, ik weet het gewoon!” Hierna hebben we scheikunde, dat is in de bovenste verdieping van de school. We lopen het lokaal binnen en doen onze labjassen aan en onze brillen op. Ik kijk naar Lucas, wat is hij toch leuk in die labjas. Hij stuntelt met zijn bril over zijn normale bril. Ik kom naast hem staan en ik moet lachen. “Wat nou? Het is moeilijker dan je denkt.” lacht hij. “Doe je normale bril dan af, ik bedoel, je ziet toch wel iets zonder je bril?” Zonder na te denken pak ik zijn bril van zijn hoofd en kijk in zijn ogen. Hij zet zijn laboratoriumbril op en zegt: “Ja, ik zie eigenlijk prima zonder bril. Daarom heb ik hem bijna nooit op.” “Nou, ik vind het je wel leuk staan hoor.” zeg ik verlegen. Doordat gedoe met die bril hebben we de uitleg van de docent gemist en heeft iedereen al koppels gemaakt voor het experiment. “Nou, het ziet ernaar uit dat je met mij opgescheept zit.” zegt Lucas. Ik lach een beetje ongemakkelijk. We kijken rond en zien dat de enige vrije tafel achterin de klas is. Het is logisch dat deze tafel nog over is, want niemand durft eraan te gaan zitten. Elke keer als een leerling er een experiment op doet, gaat het fout. We lopen naar de leraar om een andere tafel te vragen. “Jongens, jullie zijn toch niet bang? Het is maar een domme roddel, er is niks mis met die tafel. En schiet nou maar op, de rest is allang begonnen.” antwoord hij. Voordat we weglopen zegt hij nog: “Wel leuk trouwens dat jullie een keer een gemixt koppel hebben gemaakt, dat verhoogt de chemie. Zijn jullie samen? Sinds wanneer?” Ik zucht. Lucas lacht verlegen. Omdat niemand van ons iets durft te zeggen, beschouwt de leraar dat als een “ja” en loopt weg. Zonder iets te zeggen lopen we naar de ongelukstafel. Lucas haalt de verschillende chemicaliën uit de kast waarop staat: VOORZICHTIG! NIET MENGEN! En ik leg de glazen bekers en bakjes klaar. “Weet jij wat we precies moeten doen, want eerlijk gezegd heb ik niet opgelet.” zegt Lucas. Wat!? Lucas heeft niet opgelet? Hoe kan dat nou weer? Hij is een van de beste leerlingen, hij let altijd op! Ik bedoel, bij mij is het niet zo raar als ik weer eens niet op let. En als ik dan ook nog eens naast Lucas sta, dan ben je mijn aandacht helemaal kwijt! Zou hij dat ook hebben bij mij? Ondertussen heeft Lucas mijn glazen bekers gevuld met de chemicaliën. “Oh, kijk, de leraar heeft voorin de klas opdrachtenblaadjes neergelegd!” zeg ik, blij om de stilte te kunnen verbreken. “Bedoel je deze?” vraagt Lucas. “Oh, je hebt er al een gepakt.” zeg ik. Ik voel me een beetje dom nu. Lucas ziet mijn teleurgestelde blik. “Geen zorgen, ik kwam er ook net pas achter.” lacht hij. Nog steeds een beetje ongemakkelijk lach ik terug. Lucas leest de opdracht hardop voor: “Meng een bodempje Kurkuma met water en daarna met soda, beschrijf het resultaat.” “Oké, hier is de Kurkuma.” zeg ik terwijl ik hem het bekertje aangeef.“ “Hier is de soda en een bekertje water.” zegt hij, terwijl hij een voor een, een klein bodempje van het spul in de beker met Kurkuma giet. De Kurkuma veranderd van kleur, niet echt interessant, ik had op een ontploffing gehoopt ofzo. Lucas pakt enthousiast mijn schrift en mijn pen uit mijn handen en begint het resultaat te analyseren. “Oh, sorry, nou doe ik het weer, ik laat jou niks doen. En ik pak zonder te vragen jouw schrift. Daarom wil er nooit iemand met mij samenwerken.” zucht Lucas. “Aahww, dat is niet erg, ik doe de volgende proef wel.” zeg ik. “Oké, dan schrijf ik dit wel ff af. Jij kunt alles al gaan voorbereiden voor de volgende proef. Het water mag al weg, dat hebben we niet meer nodig.” zegt hij. Hij pakt zonder te kijken het bekertje met water en geeft het aan mij. Ik pak het bekertje over en onze handen raken elkaar. Hij kijkt mij aan en ik kijk hem aan. Daar is het momentje weer. Ik pak het bekertje over, onze oogcontact verbreekt en hij laat mijn hand los. Dat wil ik niet, kon hij mijn hand maar voor altijd vasthouden, maar dat gaat natuurlijk niet. Door dat hand-aanraak-ding word ik nerveus en gaan mijn handen trillen. Ik heb mijn handen niet meer onder controle, ik laat het bekertje uit mijn hand vallen, op de tafel met de chemicaliën. Alle chemicaliën mengen zich met elkaar en BOEM! Een gigantische rookwolk hangt om me heen, ik zie geen hand voor ogen, maar zodra de rook is opgetrokken zien we onze scheikunde leraar boos bij onze tafel staan. Of, nou ja, dat wat er nog over is van dat ding wat ooit een tafel was. Dat is misschien een beetje overdreven, maar er zit in ieder geval een groot gat in de tafel. Lucas en ik mankeren ten minste niks. “Ik zei toch dat die tafel ongeluk brengt!” roep ik. De leraar schijnt dat geen goede verklaring te vinden en blijft ons boos aankijken. “Goed, goed, ik zal de schade wel betalen.” zeg ik zuchtend. De leraar knikt kortaf en loopt weg. Amber, Simone en Ivan komen naar ons toe gerend. “Gaat alles wel goed?” vraagt Amber en ze legt een hand op mijn schouder. “Oh, hou toch op, het was maar een kleine ontploffing, ze zijn niet overreden door een trein!” zegt de leraar tegen Simone, Amber en Ivan. Ik negeer hem en zeg: “Ja, met mij gaat alles goed. Met jou?” ik kijk Lucas vragend aan. “Het gaat wel.” zegt hij. “Het spijt me, ik ben veel te slordig, het is allemaal mijn schuld.” zeg ik. “Het is oké, we waren er allebei niet bij met ons hoofd.” zegt hij. OMG, hij heeft het over het hand-aanraak-ding! Hij was er ook niet bij met zijn hoofd? Dat betekend… “Wat gebeurde er nou?” vraagt Ivan aan mij. “Ik morste water over alle chemicaliën en er zaten chemicaliën bij die niet met water gemengd mogen worden.” antwoord ik. “En omdat het er meerdere waren, veroorzaakte het een abnormaal grote rookwolk.” vult Lucas mij aan. De bel gaat. Snel staan we op en pakken onze tassen in. “Volgende les gaan we verder met jullie experimenten!” roept de leraar boven het geluid van de bel uit. “Deze dag is al weer lekker begonnen.” zeg ik sarcastisch tegen Amber. “Ga nou niet zo verdrietig doen. Ik kan er niet tegen als mijn bestie zo sad doet. Denk maar aan na schooltijd, dan wordt het leuk.” zegt ze, in de hoop mij op te vrolijken. Laat maar in de reacties weten wat jullie ervan vonden! xx Elisabeth
0 Reacties
Ik ben nog steeds bezig met mijn boek, maar het is vakantie geweest, dus heb ik er weinig aan kunnen doen. Ik heb nu tussen de 14 en de 15 duizend woorden. Ik laat wel weer iets zien. Hier komt het:
“Amy! ik heb je hulp nodig! Er is iets ergs gebeurd! Je moet zo snel mogelijk hierheen komen! roep ik wanhopig.” Amy begrijpt meteen wat ze moet doen. “Waar ben je?” vraagt ze. Snel zoek ik een straatnaambordje en lees de naam hardop voor. “Oké, ik kom eraan.” zegt ze. En ze hangt de telefoon op. Twintig minuten later fietst Amy hijgend de straat in. “Em, daar ben je! Is alles goed? Wat is er gebeurd?” vraagt ze. Wanhopig vertel ik haar alles wat er is gebeurd. Als ik klaar ben met praten kijk ik haar hoopvol aan. “Oh, wat erg! Dit is echt erg! Heb je het gezicht van die man gezien, Emily? Of iets anders wat kan helpen?” Ik denk terug aan het moment in het steegje. Rustig vertel ik Amy wat ik zag: “Toen die man mij vast greep zag ik niet meer dan zijn armen… maar op zijn linker arm stond een tatoeage. Er stond een rare ster op zijn arm getatoeëerd. Dat kan een aanwijzing zijn, toch?” Amy knikt. “Maar daar heb ik op dit moment niks aan.” “Wat moet ik doen Amy?” vraag ik hopeloos. “Ik weet het ook niet, misschien moet je het maar aan je ouders vertellen.” zegt ze. “Dat nooit!” roep ik uit. “Je kunt het ook aan mijn moeder vertellen, zij is praktisch jou tweede moeder, zo vaak kom je bij ons!” zegt ze. “Je hebt gelijk, in dit soort gevallen is het fijn dat onze families zo hecht met elkaar zijn.” zeg ik. “Kom, dan fietsen we naar mijn huis. Wacht, waar is jou fiets?” vraagt Amy. “Oh, die staat nog op school, mijn band is lek!” zeg ik. “Spring maar achterop.” zegt Amy. Amy rijdt ons naar haar huis en daar aangekomen biedt Amy`s moeder ons een stoel aan en kijkt ons nieuwsgierig aan. Ik vertel mijn verhaal nog een keer, maar dan aan de moeder van Amy. De moeder van Amy blijft heel rustig totdat ik haar vertel over de ketting. “Wilde hij van jou een ketting?” vraagt ze geschokt. “Uuh, ja, maar de heb ik niet.” zeg ik verward. De moeder van Amy zucht diep. “Ik had gehoopt dat deze dag nooit zou komen.” zegt ze. “Hoezo? Wat gebeurd hier?” vraag ik. “Ik moet even een telefoontje plegen, Emily, Amy, jullie blijven hier en doen alle gordijnen dicht.” Amy kijkt mij vragend aan en ik haal mijn schouders op. We doen verbaast alle gordijnen dicht en gaan daarna weer op onze stoelen zitten. Na een paar minuten komt de moeder van Amy de kamer weer binnen gelopen. “Dat was je moeder.” zegt ze. “Sorry Emily, maar ik moest haar alles vertellen, dit is te veel voor ons alleen. Ik heb ook gelijk Sarah (de moeder van Rosa), Karla (de moeder van Spencer) en Thea (de moeder van Alexa) gebeld, ze zijn onderweg.” zegt de moeder van Amy. Ik kijk haar sprakeloos aan. “Sorry” .zegt ze nog een keer. Na ongeveer een kwartier arriveren onze vriendinnen met hun moeders. Alexa, Spencer en Rosa kijken mij vragend aan, maar ik negeer hun blikken. Ik heb op dit moment geen behoefte aan ruzie of zoiets. “Kom maar binnen dames!” zegt de moeder van Amy. “Emily moet ons vertellen wat er vandaag na school gebeurd is. En niemand onderbreekt haar! Begrepen?” zegt de moeder van Amy. Iedereen knikt. En voor de derde keer vandaag, vertel ik mijn verhaal en iedereen luistert met ingehouden adem. Als ik weer bij het stukje van de ketting ben zie ik de andere moeders ook schrikken. Wat zou er gebeurd zijn? Snel maak ik mijn verhaal af. Als ik klaar ben met vertellen neemt de moeder van Amy weer het woord. Ze richt zich deze keer naar de moeders: “Zoals jullie net gehoord hebben is Emily vandaag overvallen door een man. En wij weten allemaal wat voor man dat was. Het kan niet anders. De verdwijning van Kim had ons eigenlijk al moeten waarschuwen.” Sarah staat op en neemt het woord. “Allereerst bedank ik Judith (de moeder van Amy) dat ze ons op de hoogte heeft gebracht. En ik denk inderdaad ook, dat het tijd om actie te ondernemen. Meiden, we zijn jullie wat uitleg verschuldigd, ik weet het, maar ik vrees dat de tijd nu nog niet rijp is. Maar iets kunnen we jullie wel vertellen. Toen wij net zo oud als jullie waren, werden wij ook aangevallen, door zo`n zelfde man.” “Dat kan niet, want het is niet zo dat hij niet ouder wordt, die man die jullie aan viel, moet nu een opa zijn! .” val ik in de rede. “Dat klopt, hun zijn ook ouder geworden, maar ze hebben ook kinderen die hun maar al te graag opvolgen.” zegt Thea. “Lucas!” roept Alexa. “Als je het waagt om hem nog een keer te beschuldigen, dan zal ik je levend villen!” roep ik woedend. “Rustig, dames, we hebben hier wel grotere problemen dan stomme meidenruzies!” roept Judith. “Het is geen stomme meidenruzie, dit is serieus! Lucas hoort bij die bende, ik weet het zeker!” zegt Rosa. Amy grijpt mij bij mijn polsen en dat is maar goed ook, anders had ik Rosa echt iets aangedaan! Hoe durft ze? Ze heeft geen enkel bewijs! “Lucas is onschuldig!” roep ik. “Vertel me eens wat meer over die Lucas.” zegt mijn moeder. Voordat ik iets kon zeggen, nam Spencer, die tot nu toe nog geen woord gezegd had, het woord. “Lucas was bij Emily toen ze die slaapdrugs kreeg op de discoavond en hij was bij haar toen ze werd overvallen. Er is geen bewijs, maar ik zeg alleen dat het verdacht is.” “Ja, maar ik heb jullie nooit verteld dat hij na de disco bij mij in het ziekenhuis is geweest en mij heeft verteld wat er allemaal is gebeurd op die avond. En vandaag wilde ik samen met hem naar zijn huis gaan om… (ik wilde zeggen afspreken, maar toen bedacht ik me, want mijn moeder, Alexa en Rosa zijn erbij) om een huiswerkopdracht te maken.” zeg ik vlug. “In geen van de beide situaties was het de bedoeling om mij pijn te doen of zoiets. Hij is tenslotte net zelf ontvoerd!” “Als jij hem vertrouwd, vertrouwen wij hem ook.” zegt Thea met een blik op Rosa en Alexa. Alexa doet haar mond open om te protesteren, maar haar moeder kijkt haar waarschuwend aan. “Nou, ik denk dat we genoeg gezegd hebben.” zegt Sarah. “Denk je niet dat het beter is dat we ze gewoon alles vertellen, dan kunnen we ze ook beter beschermen!” zegt Karla. “Nee, hoe minder ze weten hoe beter.” zegt Judith. “We weten tenslotte niet of ze onze gaven geërfd hebben.” “Wat voor gaven?” vraagt Alexa nieuwsgierig. “Zie je nou, dat komt ervan als je praat over die dingen terwijl hun erbij zijn, dadelijk gaan ze het zelf nog uitzoeken!” zegt Thea. “Ja en dan ben jij degene die ze daartoe aanzet, als je DAT in hun aanwezigheid zegt gaan ze al helemaal uitzoeken wat het betekend!” zegt Karla woedend. Judith zucht diep. “Oké, kunnen we hier alsjeblieft mee ophouden?” schreeuwt mijn moeder. “Dan gaan we nu allemaal naar huis en praten er niet meer over, oké?” zegt Sarah met een blik op ons. Iedereen staat op en er ontstaat een nogal ongemakkelijke stilte. Voor een seconde kijkt iedereen elkaar aan, maar dan loopt iedereen in de richting van de deur, behalve Amy Judith en ik. Mijn moeder blijft stilstaan in de deuropening en kijkt mij aan. “Nou, kom je nog of hoe zit dat?” vraagt ze. Ik kijk heel even schuldig naar Amy en Judith, maar volg dan mijn moeder in de richting van de deur. Eenmaal buiten aangekomen, stappen we samen in de auto. “Waar ging dat nou allemaal over? Wat voor gaven? En wie was die man die mij vanmiddag heeft overvallen?” vraag ik. “Het is niet aan jou om die problemen op te lossen, hoor je? Luister, ik weet dat je alles gaat uitzoeken, ik ken je lang genoeg om te weten dat ik je daarbij niet tegen kan houden. Het enige wat ik kan zeggen is: Wees alsjeblieft voorzichtig, je weet niet waar je aan begint! Let ook een beetje op je vriendinnen, in dit soort tijden is het belangrijk om er voor elkaar te zijn, dus laat zoiets als een ruzie niet in de weg staan, oké?” zegt mijn moeder. “Oké, dat beloof ik.” zeg ik glimlachend. De rest van de weg zeggen we niks meer tegen elkaar. Thuis aangekomen gaat mijn moeder naar de keuken om te beginnen met koken en zit ik ondertussen boven op mijn kamer. Ik zit te denken over wat er allemaal gezegd is net, wat betekende dit, zoals mijn moeder zei, ik zal dit koste wat koste uitzoeken! Niet alleen omdat ik wil weten wat voor gaven ik geërfd zou moeten hebben, maar ook omdat het te maken heeft met de ontvoerders van Lucas en ik moet hem op de een of andere manier kunnen helpen. Ik heb het gevoel dat het mijn schuld is dat hij is ontvoerd en dat ik het ook weer recht moet zetten. Laat in de reacties maar weten wat jullie er van vinden, ik ben er benieuwd! xx Elisabeth Zoals ik jullie al een keer eerder heb verteld, houden wij niet alleen van lezen. Ik heb al een keer eerder een stuk van mijn verhaal online gezet, maar ik heb intussen wat veranderd en er veeeel meer bij geschreven. Ik zit op dit moment aan de 10.000 woorden. Ik zal jullie weer een klein stukje laten lezen:
1.Typische maandag Opstaan Emily, je moet naar school! Ja, ja, ik kom al! roep ik. Het is weer een typische maandag, altijd weer hetzelfde! Ik stap als een zombie uit bed, met m`n ogen nog dicht. Niets vermoedend als een blinde, tastend in het duister, opzoek naar de licht knop, struikel ik over mijn rondslingerende rolschaats en ga vol onderuit. Nu lig ik op mijn rug te denken dat ik die rolschaatsen maar eens moet opruimen en waarom ik er elke maandag opnieuw over struikel. Langzaam krabbel ik overeind en wrijf over mijn pijnlijke rug. Voorzichtig open ik mijn ogen en zie, wat ik elke morgen zie, een kamer vol met rotzooi: rolschaatsen, overal op de grond kleren, boeken en nog veel meer rommel. Het enige schone plekje in mijn kamer is mijn kastje boven mij bureau, daar staan allemaal verschillende foto`s van mij en mijn familie en vrienden. Maar dat is eigenlijk alleen maar versiering voor dat wat midden tussen al die foto`s staat, een juwelenkistje met daarin maar één ketting. Het is een gouden ketting met een klein maantje eraan. Ik heb die ketting een jaar geleden gekregen van mijn moeder, ze had hem altijd al, maar ik mocht er nooit aan zitten, mijn moeder zei altijd tegen mij dat ik hem pas kreeg als ik oud genoeg was. Maar ik doe hem nooit om, ik ben veel te bang dat ik hem kapot maak ofzo. Ik pak mijn haarborstel en probeer mijn ontembare haarbos zo ver als mogelijk te ontklitten. Ondanks die ontembaarheid en het feit dat ze altijd statisch zijn, vind ik mijn haren een van mijn weinige pluspuntjes. Mijn haar is donker bruin met een lichte slag. Een ander pluspuntje zijn mijn ogen, ik heb amandel vormige donkerbruine ogen. Voorbeelden van mijn super vele minpunten zijn: Ik heb een platte neus en flaporen (die ook weer schuil gaan achter mij haarbos.) Emily, je komt te laat voor school! roept mijn moeder van beneden. Snel kleed ik me aan, prop een boterham met pindakaas in mijn mond en duw mijn fiets naar de voordeur en zet hem op zijn standaard. Ik bind mijn rugzak op de bagagedrager en haast me de trap op om mijn tanden te poetsen. Twee minuten later geef ik mijn moeder en mijn broertje een zoen en spring ik op mijn fiets om net als elke maandag, naar mijn school te fietsen. Op school aangekomen wachten mijn vrienden mij al op in het fietsenhok. Hey Em, hoe gaat `t ermee? schreeuwt Amy tegen de wind in. Gaat wel, antwoord ik. Heb jij weer eens last van een ochtend humeur? lacht Alexa. Nee, antwoord ik licht geïrriteerd. Negeer haar, volgens mij heeft ze zelf last van een ochtend humeur! zegt Spencer. Spencer probeert het liefst om ruzies te voorkomen, zij houdt ons bij elkaar en is onze goede invloed. Met z`n vieren lopen we het fietsenhok uit, op weg naar de ingang worden we bijna aangereden door een meisje dat amper iets kan zien, omdat haar lange bruine haren voor haar gezicht hangen. Goeiemorgen Roos! roep ik. Oh, meiden, wacht op mij! Rosa leunt haar fiets tegen de muur van het fietsenhok, pakt haar tas en komt renend op ons af. Nou, nu is de club weer compleet! lacht Alexa. Met onze haren wapperend in de wind lopen we naar de ingang. Eenmaal binnen, lopen we naar onze kluisjes, ik ram mijn sleutel in het slot en moet een paar keer beuken op het deurtje voordat hij open gaat. Ik gooi mijn spullen in mijn kluisje en stop de sleutel weer in mijn tas. Terwijl ik op de andere meiden wacht, grijpt iemand mij van achteren bij mijn schouders. Ik gil het uit! Rustig maar, ik ben het gek! Ik draai me om en kijk recht in de mooie blauwe ogen van Lucas. Ik ben al sinds de eerste week verliefd op hem, maar dat heb ik hem nooit durven te vertellen. Hij heeft zwarte haren en blauwe ogen. Niet echt populair in de klas, maar hij is mijn beste vriend. Hij heeft altijd ruzie met Alexa en Rosa, dus meestal zien we elkaar na school in het fietsenhok, als mij vriendinnen al weg zijn. Wat doe jij hier? vraag ik. Uuh, nou, ik zit hier misschien op school? antwoord Lucas grijnzend. Ja, maar wat doe jij bij mijn kluisje? vraag ik koppig. Nou, misschien wilde ik tegen mijn vriendin goeiemorgen zeggen? antwoord hij. Welke vriendin? vraag ik. Nou, ik heb een vriendin die Emily heet, heb je die misschien ergens gezien? We moeten allebei lachen. Op dat moment komt Rosa de hoek om. Emily, wat doet die eikel hier? Hij is geen eikel. zeg ik met op elkaar geklemde kaken. Lucas fluistert in mijn oor: Na school, oké? En loopt dan zwijgend weg. Nou, heel erg bedankt hoor, dat jij jezelf mijn vriendin kunt noemen! Je weet toch dat ik hem aardig vind?! roep ik woedend. Ja, dat weet ik, maar je moet ook denken aan wat er gebeurd is. Je kunt het verleden niet zomaar negeren! roept ze verdedigend. Ik kijk haar boos aan. En bij het zien van mijn blik mompelt ze: Sorry, het was niet mijn bedoeling om gemeen te zijn. Ja, het spijt mij ook…. Wat is hier aan de hand? Ik hoorde iemand schreeuwen. zegt Spencer die net om de hoek komt lopen. Jullie zijn toch niet aan het ruzie maken, of wel? zegt Spencer beschuldigend. Nee, hoor alles is prima hier! antwoord Rosa snel. Samen lopen we de aula in en gaan aan onze vaste tafel zitten. Hebben jullie gisteren ook het nieuws gehoord? vraagt Alexa. Nee, hoezo? vraag ik nieuwsgierig. Er is gisteren een meisje verdwenen. Ze ging wandelen in het bos met haar hond en is nooit terug gekomen. verteld Amy. Hebben ze ook gezegd hoe ze heet? Het meisje. vraag ik. Nee, geen naam, geen adres, niks. Alleen dat ze bij ons op school zit. antwoord Spencer. Nou, dan gaan wij uitzoeken wie het is! zegt Alexa enthousiast. Goed, na schooltijd bij de kluisjes? vraagt Rosa. Oké, antwoord de rest. Maar ik bedenk mij plotseling dat ik na school met Lucas had afgesproken in het fietsenhok. Uuh, ik kan niet, te veel huiswerk! zeg ik snel. Nee, nee, nee, jij loopt nu niet nog eens weg! Jij gaat met ons mee, je weet toch wel wat er de vorige keer is gebeurd toen je ons alleen liet? fluistert Alexa. Ik schrok, want tot vandaag, heeft niemand er over durven praten. Het is een lang verhaal. Het is al weer een jaar geleden. Vorig jaar, was ons eerste jaar op de middelbare school. Aan het einde van het jaar organiseerde de school een grote afsluitings-disco. We gingen met z`n vijven als groepje naar de disco, echt alles was perfect, het zou een heerlijke avond moeten worden. Maar dat werd het niet. In het begin wel, de muziek draaide en iedereen had het naar z`n zin. We hadden ons voorgenomen om de hele avond op de dansvloer te blijven, maar daar kwam niks van in. Halverwege de avond haalde Lucas mij zonder dat de meiden het merkten van de dansvloer af. Kom, we gaan even wat drinken! zei hij. Toen we bij de kantine stonden haalden we allebei wat te drinken en Lucas wilde mij net iets gaan vragen toen ik opeens heel licht in mijn hoofd werd. Ik werd duizelig en viel op de grond, de rest van de avond kan ik mij niet meer herinneren. Toen ik weer bijkwam lag ik in het ziekenhuis en stond er politie aan mijn bed. Zij vertelden mij dat iemand een soort van ‘slaapdrugs’ in mijn cola had gedaan, maar dat ze niet wisten wat voor soort, omdat ze deze ‘slaapdrugs’ nog nooit gezien hadden. Ze hebben nooit een dader kunnen vinden, maar mijn vriendinnen wisten zeker wie het gedaan had: Lucas. Ik geloofde ze niet en dat doe ik nu nog steeds niet. Lucas is toen zo snel als hij kon naar het ziekenhuis gegaan en heeft mij toen bezocht. Ik heb met hem gepraat en hij heeft mij verteld hoe alles is gegaan nadat ik, nou ja, viel. Ik weet zeker dat hij niks heeft gedaan. Maar mijn vriendinnen geloven hem nog steeds niet en hebben daarom nu nog steeds ruzie met hem. TRRRRRRRRRRRRRING!!! De bel gaat. Kom meiden, we moeten naar de les. zegt Spencer. Ik sta op en pak mijn tas, nog steeds een beetje door de war door de plotselinge herinnering aan die disco. Hè, gaat het een beetje? vraagt Alexa. Het spijt me, het was niet mijn bedoeling om je aan die avond te herinneren, we zijn er allemaal van geschrokken. Oh, ja, nee, ik, het is al goed. mompel ik verward. In de wiskundeles kon ik mijn aandacht slecht erbij houden. Ook bij de rest van de lessen tot de lunchpauze was niet echt bijster enthousiast. Oké, onze zoektocht begint. Iedereen snel een boterham eten, dan kunnen we beginnen! roept Alexa. Met tegenzin prop ik mijn boterham in mijn mond en stop mijn tas in mijn kluisje. Hoe gaan we dit aanpakken? vraagt Amy. Eerlijk gezegd, ik heb geen idee! zegt Rosa. BIEP, BIEP! Oh, wacht even, dat is mijn telefoon. zegt Amy. Amy pakt haar telefoon uit haar achterzak en kijkt naar het scherm. Het is een berichtje van mijn moeder. zegt ze. Heel even is het stil en staart Amy sprakeloos naar haar telefoon. Dan opeens komt haar spraakvermogen terug en ze zegt: Meiden, staak het zoeken, ik weet al wie het is. Hè, hoezo? vraagt Spencer verbaast. Je kunt het niet weten tenzij… stottert Alexa. Tenzij het familie is. vul ik haar aan. Het is mijn nicht, Kim. zegt Amy, die angstaanjagend bleek ziet. De rest van de middag was ik weer met m`n hoofd niet bij de lessen, wij allemaal niet. Maar dat was niet door de disco-avond. Ik sta weer bij de kluisjes om mijn tas te pakken. Hey, Em. Kom je? Lucas ritst zijn tas dicht en kijkt mij aan. Wat is er? vraagt hij bezorgt. Nee, er is niks, niks waar jij je zorgen over hoeft te maken. zeg ik. Jawel, ik zie dat er iets is, je loopt erbij alsof je net een spook hebt gezien! lacht hij. Oké, er is wel iets, maar… mompel ik. Je weet dat je mij kunt vertrouwen. zegt hij terwijl hij mij aankijkt met zijn blauwe ogen. Goed, ik ben heel hard, je zult mij niet zo gauw breken, maar als Lucas mij zo aankijkt dan smelt ik gewoon. Nou, goed dan. Je weet toch wel dat er sinds gisteren een meisje wordt vermist? Lucas kinkt. Dat is de nicht van Amy en onze families zijn allemaal heel close, dus ik kende haar ook goed. En nu is ze vermist en… iemand heeft mij daarnet weer herinnerd aan die discoavond in ons eerste jaar! En nou, dat is nogal, ja. Ik voel me nu niet meer veilig op straat of waar dan ook door die ontvoering en het doet me gewoon ook pijn dat Kim weg is! En om nou aan die discoavond herinnerd te worden, daar zat ik nou ook niet echt op te wachten! stotter ik. Ik moet moeite doen om niet te gaan huilen. Ik bijt op mijn lip. Lucas reageert: Ja, ik snap het wel. Zullen we anders naar mijn huis gaan, dat is een stuk beter dan het fietsenhok. Vind je niet? Maar het hoeft natuurlijk niet, ik kan het begrijpen als je liever… stottert Lucas. Nee, nee, jouw huis is goed, ik ga graag mee. val ik hem in de rede. Ik trek mijn tas over mijn schouders en loop samen met Lucas naar het fietsenhok om onze fietsen te halen. Ik wil net opstappen, maar dan valt mijn blik op mijn achterband. Shit! Mijn band is lek! roep ik. Laat je fiets dan maar hier staan, dan kun je hem dadelijk ophalen en dan loop ik wel met mijn fiets. We lopen wel naar mijn huis, zo ver is het niet! En je kunt ook bij mij achterop… stottert Lucas. Ik zet mijn fiets weer op slot en loop samen met Lucas door de poort naar buiten. We lopen een paar straten en komen dan bij een smal steegje. We lopen het steegje in en horen voetstappen achter ons, voordat we achter ons kunnen kijken, gooit een vreemde man iets in Lucas zijn gezicht. Lucas valt onmiddellijk voorover op de grond en blijft daar roerloos liggen. Nee, Lucas! schreeuw ik. Dan voel ik hoe iemand zijn armen om mijn nek klemt. Laat los! roep ik. En hoe hard ik ook trek, ik kom niet los uit zijn greep. Ik laat jou niet zomaar gaan hoor, prinsesje! Geef mijn de ketting! roept de man met een lage stem. Wat? Welke ketting? Ik draag geen ketting! Ik weet van niks, laat me gaan! roep ik. Ik bijt in zijn hand en zijn grip verslapt, dan weet ik me los te krijgen uit zijn greep. Ik ren zo hard als ik kan het steegje uit. Het maakt me niet uit waarheen, zolang ik daar maar snel weg kom! Snel weg bij dat steegje, snel weg bij die man! Na drie straten, blijf ik staan. Ik kijk achter me, om te kijken of hij me gevolgd is. De straat is helemaal leeg, geen mens te bekennen. Mijn benen doen pijn van al dat rennen. Ik ga even zitten op de stoeprand om uit te rusten. Wat is er zo net gebeurd? Wie is die man? Wat wilde hij van mij? Een ketting? Welke ketting? Ik heb wel een ketting, maar die zit op mijn fiets. Wat wil zo`n man nou met mijn fietsketting? Heel even denk ik dat ik flauw ga vallen, maar dan bedenk ik mij: Lucas ligt daar nog! Zo snel als mijn benen kunnen, ren ik die drie straten van net weer terug. Bij het steegje aangekomen, ga ik zachter lopen. Ik moet natuurlijk voorzichtig zijn, dadelijk is die man er nog! Heel voorzichtig, kijk ik om de hoek het steegje in: Niks! Nog geen man, nog geen Lucas! Nu begin ik bang te worden. Wat moet ik doen? De politie bellen? Misschien moet ik dat maar doen. Maar wat nou als ze mij niet geloven? Wat nou als ze denken dat ik Lucas heb ontvoerd? Want er is tenslotte niemand die het gezien heeft! Misschien moet ik maar gewoon een van mijn vriendinnen bellen en vragen of die mij kunnen helpen. Rosa en Alexa kan ik niet bellen, want die zullen zeggen: Net goed! Die gast is fout, Emily! En als een van zijn foute vriendjes hem op zijn kop heeft geramd en daarna heeft meegenomen naar zijn schuilplaats, dan is dat zijn eigen schuld! En Spencer is hier veel te goed en braaf voor, als ik die bel dan valt ze zelf flauw! En als ze bijkomt, gaat ze meteen naar de politie. Mijn beste vriendin is Amy, zij is er altijd voor me en steunt mij, ook als ik dat niet verdient heb. Snel bel ik haar nummer en laat de telefoon overgaan: Met Amy. zegt een vertrouwde stem. Amy! ik heb je hulp nodig! Er is iets ergs gebeurd! Je moet zo snel mogelijk hierheen komen! roep ik wanhopig. Amy begrijpt meteen wat ze moet doen. Waar ben je? laat maar weer in de reacties horen wat jullie ervan vinden! xx Elisabeth Hey!
Ik hou heel erg van tijdschriften, maar toch heb ik soms liever boeken. Hier alle voordelen en nadelen op een rijtje (het ligt er natuurlijk wel aan welk boek of tijdschrift je hebt.) : Tijdschriften Voordelen: -Makkelijk meenemen (niet zwaar) -Aparte thema's (niet de hele tijd over hetzelfde) -Altijd over de nieuwste dingen (actueel) -Er staan veel verschillende dingen in, ook dingen om te doen, diy en soms puzzels ofzo -Soms zit er een cadeau bij! Haha! Nadelen: -Snel uit (Heel groot nadeel, soms heb je dikkere maar dan worden ze vaak meteen saaier en te langdradig) -Soms best duur (voor de hoeveelheid die je krijgt) -Snel stuk (zachte kaft) Boeken: Voordelen: -Lang verhaal -Vaak harde kaft (minder snel stuk) -Je zit helemaal in het verhaal -Je kan ze ook lezen op een E-reader of gewoon je telefoon -Je kan er heel veel lenen bij een bibliotheek -Je hebt series boeken Nadelen: -Zwaar (om me te nemen) Vooral bij nadelen bij boeken kwam ik er niet helemaal uit... Weet jij nog toevoegingen? Laat het weten! xx Amber Dit is het eerste boek dat ik las van serie, ik had het gekocht op de rommelmarkt.
Het gaat over een wilde pony, Rafal. Hij leeft in Nederland, de Oostervaarders Plassen. Het is winter en de pony's krijgen niks bijgevoerd. Een hoop pony's sterven, de zwakke pony's. Rafal kan het niet meer aanzien en wil ontsnappen. Dat lukt hem, hij beland op de openbare weg en loopt dagen achter elkaar. Hij komt allemaal gevaren tegen die hij niet kent, vrachtwagens bijvoorbeeld. Hij ontmoet een meisje, Sam... Er is iets speciaals met haar... Wat gaat er met Rafal gebeuren...? Hoe loopt zijn verhaal af? De beste serie die er maar bestaat voor elke paardenfan! De boeken zijn spannend, grappig en je hebt het idee dat je er zelf helemaal inzit!
Er zijn verschillende boeken en op de Books pagina ga ik nog meerdere reviews en berichten over de boeken delen. Je kunt dan lezen wat ik ervan vind, en ik hou je op de hoogte van de nieuwe boeken die uitkomen! Vandaag een bericht over het boek, de ontsnapping van Rafal! Ik hoop dat jullie het gaan volgen! xx Amber Dit boek gaat vooral over Mark en Jasmijn.
Er iets namelijk iets geks aan de hand met de vader van Mark... Zal hij weer opnieuw verliefd zijn? Maar toch niet op... Nee! (Daar kom je achter als je het boek leest!) Mark ziet het met zijn eigen ogen en is diep in shock, kan hij daar ooit aan wennen? Dan is er Jasmijn, die wil graag naar het sport internaat, ze is super goed in turnen! Maar haar ouders hebben een andere toekomst voor haar in gedachten... Ze maakt samen met Mark een plan, maar dat plan kan ook alles verpesten... Dan komt er ook nog een confetti conflict, waarin Harde Henkie betrokken wordt, en die doet zijn naam eer aan... Lees het allemaal, het is een dun boekje, 96 blz! Waardering: 7,4 xx Amber Waarom doet Floor zoveel moeite om mij tegen te houden? Ik ben toch geen type als zij? Zij kan vast veel betere vriendinnen krijgen. Ik ben een skater, zij een huppelkut. Ik ben de dreadlocks, zij de lippenstift. Zeer tegen haar zin gaat Sofie met haar ouders mee op vakantie naar Frankrijk. Nu kan ze haar geheime vriend Tygo drie weken lang niet zien. Sofie voelt zich alleen en ellendig tussen de mooie meiden die daar rondlopen. Maar tot haar stomme verbazing heeft Floor, type fotomodel, ook nog hersens in haar hoofd en worden ze beste vriendinnen. Na de vakantie mailt Sofie Floor over het pesten in haar nieuwe klas en de problemen met Tygo. Floor weet altijd raad. Maar kan Sofie Floor ook helpen met haar eetprobleem? Dit is het 1e deel van een hele spannende serie, waarvan ik alle boeken al gelezen heb, echt een aanrader!
xx Elisabeth De serie geschreven door Francine Oomen. Ik vond het een geweldige serie, ik heb alle boeken gelezen. (Er zijn er 13 nu een extra boek vooral voor oudere lezers. Ook een boek van wat er geboorde voor het eerste boek, hoe de scheiding van haar ouders ging...)
Ik vond de boeken heel mooi om te lezen om dat je Rosa volgt in haar puberteit, dus je ziet wat er allemaal mismaakt, ze maakt vrienden, krijgt haar eerste vriendje, verhuisd, wordt gepest... En dat wordt allemaal heel duidelijk beschreven. Maar het leuke is, je ziet alleen Rosa's problemen... Ze mailt namelijk met Jonas, en later ook Esther. Jonas komt er bijvoorbeeld achter dat hij op jongens valt, en daar lees je ook uitgebreid over! Zeker een aanrader! Beoordeling: 8.7 xx Amber Amber en ik zijn natuurlijk echte boekenwurmen, maar dat niet alleen! Beide hebben we ook echt gevoel voor schrijven... Als jullie willen kunnen we soms stukjes van onze verhalen op ons blog zetten! Ik zal wel beginnen:
1.typische maandag Opstaan Emily, je moet naar school! Ja, ja, ik kom al! roep ik. Het is weer een typische maandag, altijd weer hetzelfde! Ik stap als een zombie uit bed, met m`n ogen nog dicht. Niets vermoedend als een blinde, tastend in het duister, opzoek naar de licht knop, struikel ik over mijn rondslingerende rolschaats en ga vol onderuit. Nu lig ik op mijn rug te denken dat ik die rolschaatsen maar eens moet opruimen en waarom ik er elke maandag opnieuw over struikel. Langzaam krabbel ik overeind en wrijf over mijn pijnlijke rug. Voorzichtig open ik mijn ogen en zie, wat ik elke morgen zie, een kamer vol met rotzooi: rolschaatsen, overal op de grond kleren, boeken en nog veel meer rommel. Het enige schone plekje in mijn kamer is mijn kastje boven mij bureau, daar staan allemaal verschillende foto`s van mij en mijn familie en vrienden. Maar dat is eigenlijk alleen maar versiering voor dat wat midden tussen al die foto`s staat, een juwelenkistje met daarin maar één ketting. Het is een gouden ketting met een nogal groot hart eraan. Ik heb die ketting een jaar geleden gekregen van mijn moeder, ze had hem altijd al, maar ik mocht er nooit aan zitten, mijn moeder zei altijd tegen mij dat ik hem pas kreeg als ik oud genoeg was. Er iets speciaals aan dat ding! Toen mijn moeder hem eindelijk aan me gaf, zei ze dat ik dat ding nooit, wat er ook zou gebeuren, af mocht staan en dat ik er heel voorzichtig mee moest zijn. Dat was een raar moment, want mijn moeder had mij tot dan toe met alles vertrouwd, ik ben weliswaar onhandig, maar wel altijd heel voorzichtig. Ik pak mijn haarborstel en probeer mijn ontembare haarbos zo ver als mogelijk te ontklitten. Ondanks die ontembaarheid en het feit dat ze altijd statisch zijn, vind ik mijn haren een van mijn weinige pluspuntjes. Mijn haar is donker bruin met een lichte slag. Een ander pluspuntje zijn mijn ogen, ik heb amandel vormige donkerbruine ogen. Voorbeelden van mijn super vele minpunten zijn: Ik heb een platte neus en flaporen (die ook weer schuil gaan achter mij haarbos.) Emily, je komt te laat voor school! roept mijn moeder van beneden. Snel kleed ik me aan, prop een boterham met pindakaas in mijn mond en duw mijn fiets naar de voordeur en zet hem op zijn standaard. Ik bind mijn rugzak op de bagagedrager en haast me de trap op om mijn tanden te poetsen. Twee minuten later geef ik mijn moeder en mijn broertje een zoen en spring ik op mijn fiets om net als elke maandag, naar mijn school te fietsen. Op school aangekomen wachten mijn vrienden mij al op in het fietsenhok. Hey Em, hoe gaat `t ermee? schreeuwt Amy tegen de wind in. Gaat wel, antwoord ik. Heb jij weer eens last van een ochtend humeur? lacht Alexa. Nee, antwoord ik licht geïrriteerd. Negeer haar, volgens mij heeft ze zelf last van een ochtend humeur! zegt Spencer. Spencer probeert het liefst om ruzies te voorkomen, zij houdt ons bij elkaar en is onze goede invloed. Met z`n vieren lopen we het fietsenhok uit, op weg naar de ingang worden we bijna aangereden door een meisje dat amper iets kan zien, omdat haar lange bruine haren voor haar gezicht hangen. Goeiemorgen Roos! roep ik. Oh, meiden, wacht op mij! Rosa leunt haar fiets tegen de muur van het fietsenhok, pakt haar tas en komt renend op ons af. Nou, nu is de club weer compleet! lacht Alexa. Met onze haren wapperend in de wind lopen we naar de ingang. Eenmaal binnen, lopen we naar onze kluisjes, ik ram mijn sleutel in het slot en moet een paar keer beuken op het deurtje voordat hij open gaat. Ik gooi mijn spullen in mijn kluisje en stop de sleutel weer in mijn tas. Terwijl ik op de andere meiden wacht, grijpt iemand mij van achteren bij mijn schouders. Ik gil het uit! Rustig maar, ik ben het gek! Ik draai me om en kijk recht in de mooie blauwe ogen van Lucas. Ik ben al sinds de eerste schoolweek verliefd op hem, maar dat heb ik hem natuurlijk nooit verteld. Hij is lief, hij heeft zwarte haren en kan heel goed voetballen. Niet echt populair in de klas, maar hij is mijn beste vriend. Hij heeft altijd ruzie met Alexa en Rosa, dus meestal zien we elkaar na school in het fietsenhok, als mij vriendinnen al weg zijn. Wat doe jij hier? vraag ik. Uuh, nou, ik zit hier misschien op school? antwoord Lucas grijnzend. Ja, maar wat doe jij bij mijn kluisje? vraag ik koppig. Nou, misschien wilde ik tegen mijn vriendin goeiemorgen zeggen? antwoord hij. Welke vriendin? vraag ik. Nou, ik heb een vriendin die Emily heet, heb je die misschien ergens gezien? We moeten allebei lachen. Op dat moment komt Rosa de hoek om. Emily, wat doet die sukkel hier? Hij is geen sukkel. zeg ik met op elkaar geklemde kaken. Lucas fluistert in mijn oor: Na school, oké? En loopt dan zwijgend weg. Nou, heel erg bedankt hoor, dat jij jezelf mijn vriendin kunt noemen! Je weet toch dat ik hem aardig vind?! roep ik woedend. Ja, dat weet ik, maar je moet ook denken aan wat er gebeurd is. Je kunt het verleden niet zomaar negeren! roept ze verdedigend. Ik kijk haar boos aan. En bij het zien van mijn blik mompelt ze: Sorry, het was niet mijn bedoeling om gemeen te zijn. Ja, het spijt mij ook…. Wat is hier aan de hand? Ik hoorde iemand schreeuwen. zegt Spencer die net om de hoek komt lopen. Jullie zijn toch niet aan het ruzie maken, of wel? zegt Spencer beschuldigend. Nee, hoor alles is prima hier! antwoord Rosa snel. Samen lopen we de aula in en gaan aan onze vaste tafel zitten. Hebben jullie gisteren ook het nieuws gehoord? vraagt Alexa. Nee, hoezo? vraag ik nieuwsgierig. Er is gisteren een meisje verdwenen. Ze ging wandelen in het bos met haar hond en is nooit terug gekomen. verteld Amy. Hebben ze ook gezegd hoe ze heet? Het meisje. vraag ik. Nee, geen naam, geen adres, niks. Alleen dat ze bij ons op school zit. antwoord Spencer. Nou, dan gaan wij uitzoeken wie het is! zegt Alexa enthousiast. Goed, na schooltijd bij de kluisjes? vraagt Rosa. Oké, antwoord de rest. Maar ik bedenk mij plotseling dat ik na school met Lucas had afgesproken in het fietsenhok. Uuh, ik kan niet, te veel huiswerk! zeg ik snel. Nee, nee, nee, jij loopt nu niet nog eens weg! Jij gaat met ons mee, je weet toch wel wat er de vorige keer is gebeurd toen je ons alleen liet? fluistert Alexa. Ik schrok, want tot vandaag, heeft niemand er over durven praten. Het is een lang verhaal. Het is al weer een jaar geleden. Vorig jaar, was ons eerste jaar op de middelbare school. Aan het einde van het jaar organiseerde de school een grote afsluitings-disco. We gingen met z`n vijven als groepje naar de disco, echt alles was perfect, het zou een heerlijke avond moeten worden. Maar dat werd het niet. In het begin wel, de muziek draaide en iedereen had het naar z`n zin. We hadden ons voorgenomen om de hele avond op de dansvloer te blijven, maar daar kwam niks van in. Halverwege de avond haalde Lucas mij zonder dat de meiden het merkten van de dansvloer af. Kom, we gaan even wat drinken! zei hij. Toen we bij de kantine stonden haalden we allebei wat te drinken en Lucas wilde mij net iets gaan vragen toen ik opeens heel licht in mijn hoofd werd. Ik werd duizelig en viel op de grond, de rest van de avond kan ik mij niet meer herinneren. Toen ik weer bijkwam lag ik in het ziekenhuis en stond er politie aan mijn bed. Zij vertelden mij dat iemand een soort van ‘slaapdrugs’ in mijn cola had gedaan. Ze hebben nooit een dader kunnen vinden, maar mijn vriendinnen wisten zeker wie het gedaan had: Lucas. Ik geloofde ze niet en dat doe ik nu nog steeds niet. Lucas is toen zo snel als hij kon naar het ziekenhuis gegaan en heeft mij toen bezocht. Ik heb met hem gepraat en hij heeft mij verteld hoe alles is gegaan nadat ik, nou ja, viel. Ik weet zeker dat hij niks heeft gedaan. Maar mijn vriendinnen geloven hem nog steeds niet en hebben daarom nu nog steeds ruzie met hem. TRRRRRRRRRRRRRING!!! De bel gaat. Kom meiden, we moeten naar de les. Het verhaal gaat nog verder, maar dat is voor een andere keer! Ik heb nog geen titel voor het verhaal, dus als iemand een idee heeft, laat het maar horen in de reacties! En ik hoor ook graag wat jullie ervan vonden! |
AuteurElisabeth en Amber, twee echte boekenwurmen! ArchievenCategorieën |